Mijn eerste contact met die lekkere maar niet bepaald caloriearme
lekkernij was op het strand van Blankenberge. Daar liep in de
zomermaanden van mijn jeugd een man met blote voeten over het strand
met op zijn hoofd een groot dienblad vol met lekkers. Die man prees
zijn waar jaar na jaar aan als "vaarsche bollen", wat hij luidkeels
tegen de wind in over het strand schreeuwde. Die verse bollen waren
gevuld met pudding of met abrikozenmarmelade. Wij noemden die echter
niet gewoon "bollen" maar iets sjieker, en dus in het Frans, boules de
Berlin.


Toen ik later in Berlijn was en me afvroeg of Berlijnse bollen in
Berlijn beter smaakten dan in Blankenberge, moest ik natuurlijk weten
hoe die daar heetten. Berliner Kugel? Of gewoon Berliner? Neen. Zowat
overal in Duitsland heten ze Berliner, behalve dan in Berlijn zelf.
Daar heten ze Pfannkuchen. Pfannkuchen? En hoe heten dan pannenkoeken
in Berlijn? Die heten daar crepes.

Aan dat alles dacht ik, toen ik onlangs in Wenen was en daar bij het
begin van hun carnaval smoutbollen (ja, niet in olie gebakken)
aangeboden kreeg. En wat kreeg ik daar? Berliner? Of Pfannkuchen?
Neen, voor iedere rechtgeaarde Oostenrijker zijn dat Krapfen. Om
iedere lexicoloog krampen doen te krijgen...



Opgedragen aan mijn vriend en vortaristo Petro de Smedt.