Op school leerden we dat de Oude Belgen niet echt hebben bestaan, want van België was toen nog geen sprake.
Caesar deelde Gallië op in daar waar de Belgae wonen, daar waar de Acquitaniërs wonen en daar waar de Galliërs wonen. Later heeft men van die Belgae de Oude Belgen gemaakt, een uitvindsel natuurlijk. Het land waar de Belgen woonden,was het gebied tussen de Rijn, de Maas en de Seine. Noord-Gallië dus.


Hadden die Belgen een gezamenlijk volksbesef?

Nee, zeker niet. Dat waren verschillende stammen als de Menapiërs, de Treviren, de Nerviërs en de Morinen en die waren op hun beurt nog eens onderverdeeld in onderstammen. Je kunt dat nog best vergelijken met de indianen van Noord-Amerika. Je had de stam van de Sioux en die telde nog vele onderstammen als de Zwartvoeten, de Tontons en de Cree.



Die Oude Belgen, waren dat nu Germanen of Kelten?

Deze streken waren een grensgebied. Daarom waren de volkeren die hier leefden een mix. Slechts weinig volksgemeenschappen staan als ‘zuiver’ Keltisch te boek. De stammen die als Keltisch staan aangeduid, zijn de Morinen en Menapiërs uit het kustgebied en de Atrebaten in Frans-Vlaanderen. Alle andere waren half Keltisch, half Germaans. Meer en meer historici raken trouwens overtuigd dat de Kelten geen aparte gemeenschap, maar de bovenlaag van de toenmalige samenleving vormden. Het Keltisch zou de voertaal van de elite geweest zijn. Je kunt dat vergelijken met de positie van het Frans in het Vlaanderen van de negentiende eeuw. Een bijkomend argument om deze theorie te staven is dat zelfs bij Germaanse stammen als Eburonen, Nerviërs en Helveten de hoofdmannen of koningen Keltische namen voerden als Ambiorix, Orgetorix en Boduognat.



Hoe stonden die stammen en onderstammen tegenover mekaar?

Het Belgische volk was het agressiefste, strijdlustigste van Gallië. De Belgen bestreden elkaar te vuur en te zwaard. Moord en doodslag, verkrachting van vrouwen en dochters, bloedwraak en brandschatting stonden in hoog aanzien. De stammen en clans waren verdeeld en wisselden geregeld van kamp. Soms werkten ze samen tegen een derde stam, dan vochten ze weer tegen elkaar. Het was een samenleving die nooit echt vrede kende, maar slechts adempauzes tussen razzia’s, schermutselingen en oorlogen. Dit woeste gedrag vloeide voort uit economische noodzaak. Om zijn macht te demonstreren, moest elke aristocratische leider zijn volgelingen geregeld uitnodigen op grote festijnen, ze de duurste spijzen en drank voorzetten en overdadig gul zijn in het belonen van bewezen diensten. Die festijnen waren meestal grote zuip- en vreetgelagen die vaak uitdraaiden op dodelijke gevechten, want tijdens zo’n gelag werden de sociale verhoudingen binnen de clan bevestigd of herschikt. Om die festijnen te kunnen betalen, moest wel worden oorlog gevoerd om nieuwe buit te maken: ten strijde trekken was dus gewoon de verderzetting van het festijn.



De Belgen waren woeste vechters maar uiteindelijk werden ze in de pan gehakt door de Romeinen.

Hun oorlogscultuur kon niet op tegen die van de Romeinen. De Kelten vochten om aanzien te verwerven, hun persoonlijke moed te tonen in het gevecht. De strijd was voor hen een individueel ritueel. Strategisch en tactisch inzicht hadden ze niet. Ze stelden alle vertrouwen in een vernietigende stormloop bij het openen van de vijandelijkheden. Als de goed georganiseerde Romeinen deze woeste aanval konden afslaan, brokkelde de samenhang bij de Belgen snel af en stond de afloop vast. Veldslagen tussen Belgae en Romeinen duurden gewoonlijk niet lang. Meestal was het zaakje in twee uren beklonken.







REUZEN MET KORT LEVEN

”De Romeinen beschreven de Belgen als reuzen”, legt Ugo Janssens uit.


”In feite hadden ze een lichaamslengte van amper 1,60 m tot 1,66 m. Voor onze hedendaagse begrippen waren Kelten dus zeker geen reuzen, wel voor de Romeinen,die gemiddeld 10 centimeter kleiner waren. Op basis van botonderzoek blijkt dat de levensverwachting voor een Gallische man niet meer dan 27 jaar bedroeg.Voor een vrouw was dat 22 jaar.”



BELGISCHE STAM STICHT LONDEN

Belgische Kelten waagden de oversteek naar de Britse eilanden en Ierland omdat ze werden opgejaagd door Germaanse benden die de Rijn overstaken.


Belgen zouden Londen, Brighton en tal van andere plaatsen waarvan de naam al dan niet toevallig op ‘on’ eindigt, gesticht hebben. Parijs werd gesticht door de Parisii die op de eilanden in de Seine woonden. Voor sommige historici zijn deze Parises Belgae en de stichters van de Franse hoofdstad.Voor onze zuiderburen zijn het natuurlijk Galliërs.



BELGISCH MAAR PROPER

”Hygiëne en verzorging van het lichaam waren zeer belangrijk voor de Gallische man en vrouw”, zegt Ugo Janssens. ”Niet de Grieken of de Romeinen, maar de Kelten introduceerden de zeep. De beste zeep werd gemaakt van het vet van geiten en de as van beuk. Hun tanden poetsten ze elke ochtend met urine. De Romeinen vonden dat een afstotelijk gebruik. Zelf poetsten die hun tanden met gemalen hondentanden.”


Bovendien waren de Belgae ook uitvinders, o.a. van de dorsvlegel en een strijdwagen met spaakwielen. Een nieuw type weefgetouw bood hen de mogelijkheid ingewikkelde patronen te weven. Zo is de zogenaamde Schotse ruit op en top Gallisch.